naar Geslachtoverzicht
Alnus (Els) - onderdeel van de familie Betulaceae
De BomenWijzer bevat van dit geslacht onderstaande boomsoorten:
Boom 32Alnus glutinosa - Zwarte Els | |
Boom 29Alnus x pubescens - Zachte els |
Informatie over het geslacht Alnus (Els)
Els (Alnus) is een geslacht uit de berkenfamilie (Betulaceae). Het geslacht omvat circa dertig soorten die op het noordelijk halfrond voorkomen. Het zijn vochtminnende loofbomen die bloeien voordat de bladeren verschijnen. In de Benelux komen er twee soorten van nature voor: de zwarte en de grauwe els. De bladeren lijken op die van de hazelaar. Ze vallen groen van de boom en vertonen dus geen herfstkleur.
De soorten zijn eenhuizig en hebben dus zowel mannelijke als vrouwelijke bloeiwijzen. Deze worden katjes genoemd. De mannelijke katjes zijn langwerpig en hangen. De vrouwelijke katjes zijn eivormig tot langwerpig-eivormig en staan min of meer rechtop. Na de bevruchting groeien de vrouwelijke katjes uit tot groene, ribbelige kegeltjes. Deze rijpen in de herfst tot de zogenoemde elzenproppen (kegels zonder zaad), die nog wel een jaar aan de boom kunnen blijven zitten.
De naam ‘els’ is verwant met het Latijnse woord alnus, dat ook “els” betekent, teruggaand op een stam *el-, die “rood” zou betekenen, vanwege de roodachtige kleur van elzenhout. Het woord els komt voor in plaatsnamen zoals Elzen, Elskamp, Elzenbroek, Elshout, Elsloo en Elst.
Elzen kunnen uitstekend tegen vochtige omgevingen en ze staan dan ook veelal langs de waterkant of op moerassige grond.
Elzen leven in mutualistische symbiose met bacteriën uit het geslacht Frankia die zorgen voor de binding van stikstof uit de lucht. Deze levensgemeenschap bevindt zich in knolletjes aan de wortels. De knolletjes kunnen vuistgroot worden. De els functioneert daardoor als groenbemester. Na het omzagen van een els ontstaat er na vijf minuten een kleurverandering die kan variëren van rood tot bruin. Deze kleur wordt voornamelijk gevormd door koolstofmonoxide.
naar Geslachtoverzicht