naar Geslachtoverzicht
Betula (Berk) - onderdeel van de familie Betulaceae
De BomenWijzer bevat van dit geslacht onderstaande boomsoorten:
Boom 42Betula papyrifera - Papierberk | |
Boom 60Betula papyrifera 'Grandis' - Grootbladige papierberk | |
Boom 64Betula pendula - Ruwe berk | |
Boom 147Betula pendula - Ruwe berk | |
Boom 154Betula pendula 'Atropurpurea' - Rode berk |
Informatie over het geslacht Betula (Berk)
Berk (Betula) is een geslacht van bomen uit de berkenfamilie (Betulaceae). De bomen van dit geslacht komen verspreid voor over het noordelijk halfrond: ze zijn uiterst winterhard. Ze zijn de enige boomsoorten die van nature voorkomen op Groenland en IJsland.
Kenmerkend voor berken is het in horizontale banden afbladderen van de bast op de stam. De nieuwe bast is soms wit, maar kan afhankelijk van de soort ook rood of zoals bij de meeste soorten bruin zijn.
De mannelijke bloeiwijze van berken heeft gele, hangende rupsvormige katjes, die reeds voor de winter aanwezig zijn. De staande vrouwelijke bloeiwijzen onder aan de mannelijke bloeiwijzen zijn met knopschubben omgeven. Verspreiding van het stuifmeel vindt plaats door de wind. De vrucht is een klein dubbelgevleugeld nootje.
Berken hebben voor en bij het uitkomen van het blad een zeer sterke sapstroming en kunnen daarom alleen in de herfst en winter gesnoeid worden.
Bij voorkeur groeit de berk in moerassige streken, maar hij stelt weinig eisen aan zijn omgeving en komt dus in alle milieus en grondsoorten voor. In het hoge noorden of tegen de boomgrens kan de berk zich niet meer overeind houden en kruipt dan als een struik over de grond. Daar is de dwergberk (Betula nana) één van de laatste bomen die nog opgewassen is tegen de barre omstandigheden. Ook in de toendra krimpt ze tot het formaat van een kleine struik.
Berken leven in symbiose met bodemschimmels, zoals de vliegenzwam, die lang niet altijd bovengronds zichtbaar zijn.
Berken kunnen aangetast worden door bladroest (Melampsoridium betulinum) dat gele vlekjes op de bladeren en vroegtijdige bladval veroorzaakt. Een andere schimmel groeit in de schors en zet de berk aan tot het maken van veel twijgen. In berken zijn daarom soms dikke takkenbossen te zien die op vogelnesten lijken. In de volksmond worden deze heksenbezems genoemd.
De buitenste laag van de schors van een berk is voortdurend bezig zich te vernieuwen en valt soms in dunne repen naar beneden. Deze repen hebben een groot weerstandsvermogen tegen bederf omdat de schors betuline bevat.
De knoppen en bladeren van de berk worden gebruikt om er werkzame stoffen aan te onttrekken zoals saponinen(zeepstoffen), looistof, hars, vluchtige olie en glycosiden (suikerachtige stoffen). Berkenblad kan dienen als verfmiddel voor wol.
Berkenhout is wit tot licht gekleurd en wordt gebruikt voor fineer, meubels en modelvliegtuigbouw.
naar Geslachtoverzicht