Boom 128

naar Boomoverzicht

Boom 127 < Boom 128 > Boom 129


Treurhoningboom
Styphnolobium japonicum 'Pendula'



Geslacht Familie
Styphnolobium Leguminosae of Fabaceae
Vlinderbloemenfamilie

Plantjaar: 1980 (geschat)


Beschrijving van de cultivar 'Pendula':

Decoratieve treurvorm die op een onderstam (Sophora japonica) veredeld moet worden. Afhankelijk van de enthoogte bedraagt de uiteindelijke hoogte meestal 4 tot 8 m.

De kroon is breed treurend en wordt gevormd door gesteltakken die in de buurt van de veredeling sterk bochtig groeien. Hierdoor is ook het wintersilhouet decoratief. Vanuit die gesteltakken groeien loodrecht neerhangende twijgen. Zowel takken als jonge twijgen zijn opvallend groen en voorzien van veel, licht gekleurde lenticellen.

Het blad is samengesteld en oneven geveerd. Het is circa 25 cm lang en bestaat uit 7 tot 17 deelblaadjes. Deze zijn elk 2 – 6 cm lang en eirond. Na 10 tot 15 jaar kunnen de eerste bloemen verschijnen. Deze staan in tot 30 cm grote, eindstandige pluimen en bevatten veel nectar. In Nederland bloeit ‘Pendula’ zelden. Sophora verdraagt droogte goed.


Beschrijving van de soort Styphnolobium japonicum:

De honingboom (Styphnolobium japonicum, synoniem: Sophora japonica) is een bekende boom uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). In Nederland wordt de boom gebruikt in brede straten en parken; hij lijkt wel iets op de robinia (Robinia pseudoacacia).

De soort komt van nature voor in China en Korea en wordt in Japan gebruikt als tempelboom en boom op begraafplaatsen. In 1747 werden de eerste zaden door een Franse jezuïet naar le Jardin des Plantes in Parijs gestuurd.

De honingboom kan 15-20 m hoog worden. De boom heeft een brede, ronde, open kroon en een grijsgroene schors, waarin door de diktegroei op latere leeftijd scheuren in ontstaan. De twijgen zijn donkergroen evenals de enkele jaren oude takken. Het onevengeveerde blad is tot 25 cm lang en bestaat uit zeven tot zeventien eironde-elliptische geelgroene blaadjes. De boom bloeit vanaf tien- (op warme plaats) tot twintigjarige leeftijd in augustus en september met roomgele tot roomwitte bloemen, die een tot 30 cm lange pluim vormen. De bloemen bevatten veel nectar en worden dan ook veel bezocht door honingbijen. De vrucht is een 5-8 cm lange peul met ingesnoerde zaden en wordt daarom soms ook wel snoerboom genoemd.

De boom groeit het beste in de volle zon op een warme plaats; ze kan door vorst beschadigd worden. De boom wordt door zaaien of vegetatief vermeerderd.

bron | © info



naar Boomoverzicht


Boom 127 < Boom 128 > Boom 129