naar Geslachtoverzicht
Pinus (Den) - onderdeel van de familie Pinaceae
De BomenWijzer bevat van dit geslacht onderstaande boomsoorten:
Boom 150Pinus wallichiana - Tranenden |
Informatie over het geslacht Pinus (Den)
Den (Pinus) is een geslacht van naaldbomen in de dennenfamilie (Pinaceae).
Veel soorten binnen het geslacht Pinus worden erdoor gekenmerkt dat de naalden op korte loten staan in bundels van twee tot vijf of meer. De naalden kunnen van enkele tot ca. 25 centimeter lang worden. Enkele soorten zijn struiken, maar de meeste soorten zijn bomen.
De den heeft een grote verspreiding op het noordelijke halfrond: vooral in Noord-Amerika en Azië komen veel soorten voor. Bossen met dennen kunnen dominant zijn in wat koudere regionen, zoals in de bergen en in landen dichter bij de noordpool. In Nederland kwam de grove den na de laatste ijstijd van nature voor op hoogveen. De grove den is daar verdwenen door de ontginning van de hoogvenen. Er zijn enkele dennensoorten zoals de Corsicaanse den en grove den aangeplant om zandverstuivingen vast te leggen. Hierdoor zijn de enorme stuifzandgebieden op de Veluwe in toom gebracht.
De naam ‘den’ werd oorspronkelijk vooral gebruikt voor soorten uit verwante geslachten, zoals de fijnspar en de zilverspar. Het verwante Duitse woord Tanne betekent zilverspar. In het Nederlands is het gebruik verschoven naar soorten uit het geslacht Pinus (met name de grove den en de zeeden) of als verzamelnaam voor alle soorten uit de dennenfamilie. Voor deze soorten was vroeger het woord “pijnboom” gebruikelijker, iets dat terug te vinden is in sommige afgeleide woorden. Zo heten de pitten van de parasolden pijnboompitten. Een andere oude naam is “mastboom”.
Hoewel het liedje O dennenboom anders doet vermoeden, is een kerstboom meestal een spar en dus geen den in de huidige betekenis.
Het hout van dennen heet grenen. Dennenhout stamt van het geslacht Abies (zilverspar).
naar Geslachtoverzicht