Salix


naar Geslachtoverzicht


Salix (Wilg) - onderdeel van de familie Salicaceae


De BomenWijzer bevat van dit geslacht onderstaande boomsoorten:
Boom 10
Salix sepulcralis 'Chrysocoma' - Treurwilg


Informatie over het geslacht Salix (Wilg)

Wilg (Salix) is een geslacht van tweehuizige bomen en struiken uit de wilgenfamilie (Salicaceae). Het geslacht Salix omvat ongeveer driehonderd soorten, waarvan er een twaalftal in Nederland en België voorkomt.

Wilgen zijn bladverliezende bomen met verspreide bladstand. De knop heeft één knopschub. De bloeiwijze van de wilg heeft de vorm van een katje en groeit uit de zijknoppen van een eenjarige twijg. De wilgenkatjes zitten of staan, dit in tegenstelling tot de hangende katjes bij populieren. De pluizige zaden worden door de wind verspreid maar zijn slechts korte tijd kiemkrachtig. De wilg wordt meestal niet ouder dan veertig tot vijftig jaar.

Wilgen zijn pioniersoorten met een grote lichtbehoefte. Wilgen komen in Nederland en België veel voor langs sloten en plassen. Wilgen houden namelijk over het algemeen van een vochtige bodem en groeien zeer snel. Doordat de wortels de grond luchtig maken en door de humusvorming van blad en takafval wordt de grond geschikt voor soorten die volgen als es, eik.

De wilg kan op ongeveer 2 m hoogte afgezaagd worden en heet dan knotwilg. Aan de stam groeien vervolgens waterloten, die wilgentenen worden genoemd. Ze worden tegenwoordig vooral gebruikt om manden en tuinschermen te maken. Vroeger werden wanden van hutten gemaakt van vlechtwerk van wilgentenen, afgedicht met klei.

De schors van enkele soorten, zoals amandelwilg en schietwilg, bevatten salicine, dat lang geleden gebruikt werd als pijnstiller. Er werd daarvoor op de wilgenbast gekauwd, of er werd een drank van getrokken. Salicine wordt ook gebruikt als looistof, voor het looien van leer. Wilgenhout wordt net als het hout van populieren gebruikt voor het maken van klompen en papier. Om een windmolen af te remmen wordt een ‘vang’ bestaande uit blokken wilgenhout gebruikt. Voor de teelt van wilg als biobrandstof is sinds kort zaad van enkele snelgroeiende rassen beschikbaar. De houtskool van de wilg wordt gebruikt in buskruit; het heeft een veel hogere verbrandingssnelheid dan bijvoorbeeld barbecue-houtskool.

De belangrijkste ziekte is de watermerkziekte (Brenneria salicis) die de vaten verstopt, waardoor delen van de boom of gehele bomen afsterven. De wilgenhoutrupsleeft in en van wilgenhout. Door het vreten van een uitgebreid gangenstelsel worden de takken en stam van de wilg ernstig verzwakt.Wilgen zijn voor insecten een belangrijke leverancier van stuifmeel. Met name diverse solitaire bijen zijn afhankelijk van bloeiende wilgen.

bron | © info


naar Geslachtoverzicht