Boom 35

naar Boomoverzicht

Boom 34 < Boom 35 > Boom 36


Watercypres
Metasequoia glyptostroboides



Geslacht Familie
Metasequoia Cupressaceae
cipresfamilie

Plantjaar: 1950 (geschat)


Beschrijving van de soort Metasequoia glyptostroboides:

De watercipres (Metasequoia glyptostroboides) is een bladverliezende naaldboom die tegenwoordig meestal ingedeeld wordt in de cipresfamilie (Cupressaceae).

Ze wordt gezien als levend fossiel. De soort kwam voor de laatste ijstijd vrij algemeen voor in Oost-Azië (Japan, Koreaen China). In het Tertiair kwam het geslacht Metasequoia algemeen voor op het noordelijk halfrond zoals fossielen aantonen. Nu is de boom alleen nog te vinden in Centraal-China in een gesloten vallei in het Shui-Hsa-Pal-dal en in de provincie Hubei. Vanaf 1960 is de watercipres door kwekers massaal vermeerderd door stekken en zaaien.

De watercipres is eenhuizig en bloeit met weinig opvallende eenslachtige bloemen. De conifeer heeft een brede tot zuilvormige kroon. De roodbruine bast is vezelachtig met onregelmatige ribbels. De langgesteelde, hangende kegelvormige kegelvruchten zijn in Nederland en België in september rijp. Pas op twintigjarige leeftijd geeft de boomkiemkrachtig zaad.

De watercipres komt in China voor op rotsige oevers en vochtige plaatsen.

Van een afstand lijkt de watercipres wel op de moerascipres (Taxodium distichum).

  • Bij moerascipressen, die in drassige grond groeien, zijn vaak op de grond ademwortels (pneumatoforen) te vinden; de watercipres heeft die niet.
  • De in de herfst afvallende zijtwijgjes van de moerascipres zijn verspreid geplant en zijn bezet met 80-100 dunne, verspreide, zachte en smalle kortloten (naalden) (1-2 × 0,1-0,2 cm). De zijtwijgjes van de watercipres zijn tegenoverstaand geplant en zijn bezet met minder, tegenoverstaande, langere en wat bredere kortloten (2-4 × 0,2 cm). Bij de watercipres verschijnen sommige zijtwijgjes onder twijgen, niet in de oksel ervan.

In Nederland en België is de boom te vinden in parken. De exemplaren die in Nederland en België groeien zijn meestal tot 25 m hoog. Ze kunnen in China tot 40 m hoog worden. De bomen die in de Benelux zijn geplant, hebben de tijd nog niet gehad om hoger te worden. De boom wordt soms ook gebruikt als groenscherm van de voedingsindustrie omdat hij geen overmaat aan afvallende bladeren veroorzaakt en de naalden uitzonderlijk niet giftig zijn voor het geval ze in het voedselproces terecht komen.

Het spinthout is geelachtig wit en het kernhout bruin tot paarsrood.

bron | © info



naar Boomoverzicht


Boom 34 < Boom 35 > Boom 36