naar Geslachtoverzicht
Carpinus (Haagbeuk) - onderdeel van de familie Betulaceae
De BomenWijzer bevat van dit geslacht onderstaande boomsoorten:
Boom 48Carpinus betulus 'Quercifolia' - Tweebladvormige of eikbladige haagbeuk | |
Boom 54Carpinus betulus - Haagbeuk | |
Boom 91Carpinus betulus - Haagbeuk | |
Boom 140Carpinus betulus - Haagbeuk |
Informatie over het geslacht Carpinus (Haagbeuk)
De Haagbeuk (Carpinus) is een geslacht van betrekkelijk kleine bomen in de Berkenfamilie (Betulaceae). Sommige botanici geven er echter de voorkeur aan om het geslacht samen met het geslacht Corylus en het geslacht Ostrya in de afzonderlijke hazelaarfamilie (Corylaceae) onder te brengen. Zelden ook in de familie Carpinaceae.
De bomen zijn bladverliezend. De bladeren zijn afwisselend geplaatst, hebben een getande rand, en zijn 3 – 10 cm lang. De bloemen zijn door de wind bestoven katjes, die in het voorjaar verschijnen. De mannelijke en vrouwelijke bloemen komen aan verschillende katjes voor, maar wel aan eenzelfde boom.
De vruchten hebben de vorm van een klein nootje van 3-6 mm lang. De asymmetrische vorm van de zaadjes zorgt voor een ronddraaiend effect wanneer ze vallen. Dit zorgt bij wind voor een grotere verspreiding. De vorm van de vleugeltjes is belangrijk bij de identificatie.
De 30-40 soorten van dit geslacht zijn verspreid over de gematigde zones van het noordelijk halfrond. De meeste soorten komen voor in oost-Azië, vooral in China. Slechts twee soorten zijn inheems in Europa, en een in Noord-Amerika.
Ze worden gebruikt als voedselplant door de larven van verschillende insecten, waaronder de larven van een aantal vlindersoorten.
Het hout van de haagbeuk is erg hard, maar wordt niet veel gebruikt omdat ze moeilijk te bewerken is. Ze wordt wel gebruikt voor handvatten van gereedschap en andere toepassingen waar een taaie, harde houtsoort vereist is, zoals bij de staven in de schijflopen van windmolens.
naar Geslachtoverzicht