Boom 133 < Boom 134 > Boom 135
Amberboom
Liquidambar styraciflua
Geslacht | Familie |
---|---|
Liquidambar | Altingiaceae |
Plantjaar: 1985 (geschat)
Beschrijving van de soort Liquidambar styraciflua:
De amberboom (Liquidambar styraciflua) is een loofboom uit de familie Altingiaceae. De plant komt van oorsprong uit het oosten van Noord-Amerika. De amberboom wordt als sierboom sinds 1688 aangeplant in Europa.
De amberboom is een van de meest voorkomende hardhoutsoorten in het zuiden van de VS, maar de boom groeit ook in Mexico, Guatamala en Honduras.
De boom komt in de Verenigde Staten voor tot op gemiddelde hoogte, terwijl de boom in de Latijns-Amerikaanse landen tot de nevelwouden behoort, daar groeit de boom tot op hogere hoogtes waar het klimaat meer gematigd is.
Liquidambar styraciflua is in 1753 benoemd door Linnaeus op basis van een exemplaar hem toegezonden door Pehr Kalm na diens ontdekkingsreizen in Noord-Amerika. De geslachtsnaam is afgeleid van het Latijn liquidus, “vloeibaar” en het Arabisch ambar, “gom”, een verwijzing naar de welriekende rode gom die de bladeren van de boom bij warmte afscheiden en die uit de stam kan worden afgetapt, de storax of styrax, die in Klein-Azië al eeuwen uit de verwante soort Liquidambar orientalis werd gewonnen. Die gom verklaart ook de soortaanduiding styraciflua die “met storax vloeiend” betekent.
De amberboom kan tot 45 m hoog worden, maar wordt in Nederland niet hoger dan 10-20 m. Hij neemt hier tamelijk langzaam in grootte toe, hoewel hij in het herkomstgebied geldt als een snelle groeier. De amberboom heeft veel zon nodig. De jonge boom heeft een kegelvorm. Later wordt de boom breder met een eironde tot ronde vorm. De jonge bast is roodbruin, later wordt deze grijsbruin en diep gegroefd. Bij oudere bomen worden op de takken en twijgen kurklijsten gevormd.
De boom is eenhuizig en bloeit in april en mei met eenslachtige bloemen. Het vruchthoofdje is kogelvormig, verhout en stekelig met zoetig vruchtvlees.
De bladeren doen denken aan die van de esdoorn, maar hebben een verspreide bladstand. Het is handvormig samengesteld vijf- tot zeventallig en 10-15 cm groot. De nervatuur van het blad is handnervig en het blad heeft een gezaagde bladrand. Het blad heeft mooie herfstkleuren: dieprood, geel en oranje. Stukgewreven bladeren geven een aangename zoete geur af. De gom werd in Amerika gebruikt als lijm, schoenpoets, geurstof of als geneeskrachtige balsem. Het hout wordt toegepast in de meubelmakerij, onder andere als fineer.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.