Boom 116

naar Boomoverzicht

Boom 115 < Boom 116 > Boom 117


Spaanse aak
Acer campestre



Geslacht Familie
Acer Sapindaceae
Esdoorn Zeepboomfamilie

Plantjaar: 1990 (geschat)


Beschrijving van de soort Acer campestre:

De Spaanse aak of Veldesdoorn (Acer campestre) is een plant uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae).

De Spaanse aak is meestal een struik, zelden een boom die 10 à 12 m hoog en 10 m breed kan worden. Uitzonderlijk bereikt een boom een hoogte van 25 m. Het is een traaggroeiende soort die 200 tot 300 jaar oud kan worden.

De takken zijn olijfgroen tot geelbruin en jonge takken zijn lichtbehaard. De takken vertonen vaak kurklijsten, waardoor in de winter verwarring met de gladde iep mogelijk is. In tegenstelling tot de Gladde iep zijn de knoppen echter rood en tegenoverstaand.

Het blad is veel kleiner dan van andere esdoorns en bestaat uit drie of vijf slippen, die zelf golvend tot gelobd zijn. De lobben zijn stomp, mat groen en aan de onderzijde behaard. De hoofdnerf is lichter van kleur en in de bladsteel zit melksap. In de herfst heeft de Spaanse aak een goudgele herfstkleur, maar kan in Zuid-Limburg ook rood zijn.

De rechtopstaande bloemtuilen verschijnen van mei tot juni, tegelijkertijd met of net na de bladeren. De bloemen zijn vrij klein, onopvallend en groengeel van kleur. De soort is meestal eenhuizig, soms tweehuizig, met in aanleg tweeslachtige bloemen, die echter functioneel eenslachtig zijn.

De vrucht is een samara, waarbij de vleugeltjes in elkaars verlengde liggen. Hierdoor zijn ze gemakkelijk te onderscheiden van die van de gewone esdoornen de Noorse esdoorn. Het duurt achttien maanden voordat de zaden ontkiemen. De plant laat zich goed snoeien en wordt dan ook vaak in hagen gehouden, maar kan beter niet in het voorjaar gesnoeid worden omdat hij dan gaat “bloeden”.

De bloemen zijn een goede bron van nectar en pollen, en worden druk bezocht door bijen en andere insecten. De vruchten worden gegeten door onder andere appelvink en groenling. De schors is voedselrijk en niet zuur, en kan meer epifyten huisvesten dan de andere inheemse esdoorns. Mede door het snel verterende blad is het een bodemverplegende soort.

Het hout werd veel gebruikt om kleine gereedschappen en stelen te maken. Doordat de schors niet afvalt werden traditioneel zitstokken voor hoenderhokken van de takken gemaakt. Hierdoor werden de poten niet koud en hadden de kippen een goede houvast. Vermoedelijk diende het loof in tijden van schaarste ook als voedsel voor vee. Veldesdoorn leverde ook brandhout van goede kwaliteit.

bron | © info



naar Boomoverzicht


Boom 115 < Boom 116 > Boom 117