Boom 132

naar Boomoverzicht

Boom 131 < Boom 132 > Boom 133


Glanseik
Quercus imbricaria



Geslacht Familie
Quercus Fagaceae
Eik Napjesdragersfamilie

Plantjaar: 2002


Speciale informatie:

Gedenkboom, geplant 3 december 2002, tgv 25 jaar leerlingenploeg stadswerken. Aangeboden door het Wellantcollege Gorinchem.


Beschrijving van de soort Quercus imbricaria:

Quercus imbricaria  (glanseik) is een bladverliezende boom uit de groep rode eiken. De boom komt oorspronkelijk voor in de midden van Noord-Amerika , van zuidelijk New York west tot noord Illinois en oostelijk Kansas , en van zuid tot centraal Alabama en Arkansas. De boom groeit meestal in hoogland met goede drainage, minder vaak langs beekjes in het laagland, op zo’n 100-700 meter hoogte.

Quercus imbricaria is een middelgrote boom die tot 20 meter  hoog wordt, met een stam van max.  1,4 meter, maar meestal zo rond 1 meter dik.

Het onderscheidt zich van de meeste andere eiken door zijn bladeren , die de vorm hebben van laurierblaadjes , die 8-20 cm  lang zijn en 1,5-7,5 cm breed en ongetand; ze zijn helder groen aan de bovenkant, bleker en enigszins donzig aan de onderkant.

De vrucht is een eikel, 9-18 mm lang en breed met een ondiepe kop; ze zijn ongeveer 18 maanden na bestuiving volwassen. Ze zijn een belangrijke voedselbron voor eekhoorns en sommige vogels .

De boom wordt 15-18 meter hoog – een enkele uitzondering wordt soms wel tot 30 meter hoog – met een brede piramidevormige kroon wanneer hij jong is, en breed en open als hij ouder wordt.

De bast is lichtbruin, schilferig; Jonge stelen zijn lichtbruin, glad. Vertakkingen zijn slank, donkergroen en eerst glimmend, later lichtbruin en uiteindelijk donkerbruin.
Het hout is lichtrood bruin, en wordt in Amerika wel gebruikt voor dakshingles.

De winterknoppen zijn lichtbruin, eivormig, acuut, één centimeter lang.
De bladeren zijn langwerpig eirond of omgekeerd eirond,  10-15 cm lang, 3-5 cm breed. Ze komen felrood uit de knop, maar eenmaal volgroeid zijn ze donkergroen, glad en glanzend aan de bovenkant, lichtgroen of lichtbruin en donzig aan de onderkant

De boom bloeit in mei, wanneer de bladeren half zijn gegroeid in de vorm van gele katjes.
De vrucht is een bijna bolvormige eikel die solitair of in paren groeit.

bron | © info



Gerelateerde (nieuws)berichten:


naar Boomoverzicht


Boom 131 < Boom 132 > Boom 133